Met de wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg) wordt covid-19 bij formele wet aangewezen als behorende tot groep A van infectieziekten. Momenteel berust die aanwijzing, op
grond van artikel 20, eerste en vijfde lid, van de Wpg, op de Regeling 2019-nCoV.1 In deze regeling is het novel coronavirus (2019-nCoV) aangemerkt als behorende tot groep A van de Wpg en zijn alle bepalingen van de Wpg die gelden voor infectieziekten behorende tot groep A van toepassing verklaard op de bestrijding van dit virus. De plaatsing in groep A roept echter wel vragen op.
Het indelen in deze groep plaatst Covid in een groep infectieziekten welke zeker niet dezelfde mortaliteit laten zien:
groep A: Middle East respiratory syndrome coronavirus (MERS-CoV), pokken, polio, severe acute respiratory syndrome (SARS), virale hemorragische koorts;
groep B1: een humane infectie veroorzaakt door een dierlijk influenzavirus, difterie, pest, rabies, tuberculose;
groep B2: buiktyfus (typhoid fever), cholera, hepatitis A, B en C, kinkhoest, mazelen, paratyfus, rubella, shigellose, shiga toxine producerende escherichia (STEC)/enterohemorragische escherichia coli-infectie, invasieve groep A streptokokkeninfectie, voedselinfectie, voor zover vastgesteld bij twee of meer patiënten met een onderlinge relatie wijzend op voedsel als een bron;
Artikel 31 van de Wpg geeft bovendien de bevoegdheid om besmette personen in isolatie te plaatsen in een gesloten afdeling van een aangewezen ziekenhuis. En ook dat roept vraagtekens op. Het gaat dan om personen die niet vrijwillig in isolatie gaan en een gevaar vormen voor de volksgezondheid. Isolatie wordt onderscheiden van quarantaine. Bij quarantaine gaat het om mogelijk besmette personen. Van de bevoegdheid om met covid-19 besmette personen in isolatie te plaatsen is tot op heden geen gebruik gemaakt. Maar dat kan altijd veranderen.
Ook meer kennis over het werken met gevaarlijke stoffen in een laboratorium? Volg dan de E-learning Gevaarlijke stoffen in het lab.